Andre Citroen, naamgever van dit wat eigenzinnige Franse automerk, had wortels in Nederland. Maar maakte faam in zijn Franse fabriek die vanaf 1919 actief werd. Al snel werden zijn auto’s goed verkocht al was het maar omdat hij als eerste Franse fabrikant de uit de VS bekende lopende band voor de assemblage van auto’s invoerde. Vanaf 1934 kwam het merk met de toen revolutionaire voorwielaandrijving bij haar personenwagens, overigens niet als eerste en ook niet als enige. DKW in Duitsland deed iets soortgelijks. Maar de wagen van Citroen, de Traction Avant was een zodanig fraai ontwerp dat men al snel kon claimen dat voorwielaandrijving de beste weg was naar auto’s met een goede wegligging. En die TA was een geweldig ding. Bleef maar liefst van 1934 tot en met 1957 in productie en kon toen nog steeds overtuigen door wegligging en comfort.

Zo maar op een Amsterdamse grachtkant, een HY.
De Traction, zoals liefhebbers hem graag noemen, kende talloze varianten. De grote 15CV de meest aansprekende, want uitgerust met een zesinlijnmotor van 2,9 liter inhoud die er 80pk uit peurde. Daarmee reed de klassieker 135km/u maar was vooral beroemd om zijn sterke constructie en rustige loop. Zeer gezochte klassiekers intussen. Een bijzonder bestelwagen was de HY die overtuigde met zijn lage laadvloer en enorme ruimte. Draaide technisch op de motor en aandrijflijn van de Traction Avant en is nu nog een vaak geziene gast bij allerlei festivals. Van een total andere orde was de 2CV. Een foeilelijk alternatief voor een boerenkar die voor de oorlog was ontworpen maar pas na de Duitse bezetting in productie kwam.
Het karretje had een piepklein motortje (9pk) kende een top van 65km/u, en had een vering die enorm grote uitslagen bood. In een bocht bleven de wielen op de weg staan, maar stond de carrosserie in een hoek van 45% of zo. Mateloos populair bij vooral alternatieve lieden die een statement wilden maken. Door de jaren heen, want ook deze Citroens bleven decennia lang in productie, kreeg de 2CV steeds meer vermogen, zelfs wat luxe, maar bleef het toch een utilitair vervoermiddel zonder enige vorm van veiligheid.

Soms kom je zomaar op straat heel mooie dingen tegen…
Voor hen die een bedrijfje hadden was de Besteleend beschikbaar en door de jaren heen kwamen er heel wat afgeleide types voorbij, zoals de Dyane, Ami en LN. Als opvolger voor de Traction kwam halverwege de jaren vijftig de opnieuw revolutionaire DS-reeks uit. Een prachtige wagen met een zeer apart en later zo typerend veersysteem van het merk.
Parkeerde je de auto zakte hij langzaam naar beneden tot de carrosserie op de wielen rustte. Startte je de motor kon je op simpele wijze dat veersysteem oppompen en kreeg je een auto die elke hindernis moeiteloos nam. Werd een populaire auto onder welgestelden, hoge ambtenaren en soms zelfs ministers. Afgeleide versie was o.a. een Break met wat meer binnenruimte. Opgevolgd door de CX in 1976, en aangevuld door de GS voor het gewone volk dat de lelijke eenden wel zat was. Voor de rijken was er de SM, een prachtige sportcoupe met een Maseratimotor die 220km/u haalde en o.a. Johan Cruyff aan het merk bond.
Helaas was het merk Citroen indertijd vrijwel nooit vrij van technische of roestproblemen en dat gold met name voor de SM, waar veel aan stuk ging. Gaf die wagens een slecht imago. Intussen is Citroen onderdeel geworden van Peugeot-moeder PSA waarmee het veel platforms en techniek deelt. De auto’s zijn nu zakelijker, minder Frans, soms opvallend, maar nooit meer echt revolutionair. Maar daarmee wellicht ook betrouwbaarder dan ooit. Overigens nam Citroen in de jaren zestig ook het nog wat apartere Franse merk Panhard over. Maar daarover later meer….(Beelden: Yellowbird archief)
Een merk dat inderdaad bekend stond als roestbak, wij zijn er altijd met een boog omheen gelopen omdat we in die tijd nog 2de of 3de hands auto’s kochten en daar waren ze niet geschikt voor.
LikeLike
Ook mijn ‘handel drijvende’ leasepa vond het allemaal maar niks. Een keer kocht hij een DS in, maar dat bleek meteen een grote vergissing omdat het hydro-pneumatische veersysteem lek bleek en hij een aardig dure reparatie moest uitvoeren. IK heb daardoor nooit veel aantrekkingskracht gevoeld om er zelf in te gaan rijden. Deed het uiteraard wel eens professioneel, maar kon zelden bekoren…
LikeLike
Je was niet de enige;-)
LikeGeliked door 1 persoon
Hier hadden de franse automerken geen al te beste reputatie. Die kwam er wel toen er meer en meer concurentie uit Japan kwam. Franse auto’s waren vooral roestbakken na enkele jaren gebruik.
LikeLike
Mijn vader in de autohandel liep er altijd in een boog omheen. Wilde ze niet inruilen of inkopen. Naam en faam. Gold niet alleen voor dit merk, maar voor alle Fransen.
LikeGeliked door 1 persoon
Mn vader had vrij weinig goeds over voor Franse auto’s. Ik vind de aparte vorm van de oude wagens wel leuk.
LikeLike
Je hebt absolute tegenstanders en ware liefhebbers. Overigens zijn de laatste jaren ook de Fransen wat meer op de kwaliteitstoer gegaan. Wat ook wel nodig was…
LikeLike
Het was in elk geval wel een stuk leuker dan dat eeuwige ge-Opelkadett hier
LikeLike
Ze vielen zeker op tussen al die grijze muizen…dat is zeker. Maar ja, Opel was 30 jaar lang nummer 1 in dit ;land, tot het door VW van de troon werd gestoten en nooit meer naar die toppositie terug kon komen. Voor veel diehard-Opel-fans is het wel even wennen dat straks alles wat naar hun idee Duits was/is gewoon Frans blijkt te zijn.
LikeLike