Nabrander…

Nabrander…

Zij die maar een beetje hebben meegelezen in de afgelopen pakweg 20 jaren bij uw meninggever zullen nu meteen na het lezen van de kop denken aan een straaljager met een soortgelijk stukje techniek in de staart. Immers met zo’n naverbrander gaat een dergelijke jet sneller vooruit. Maar in het geval van dit verhaaltje betreft het een stofzuiger die mij al vele jaren diende na een even lange trouwe periode in dienst van schoonmama. Een Philips van de oude soort. Sterk, veel zuigkracht maar voor haar intussen wat te zwaar in gebruik. Ouderdom komt soms met wat gebreken. Dus een jaar of 10-15 geleden maar meegenomen nadat zij een lichtere variant op het schoonmaakthema had aangekocht. Bij mij ging die zuiger naar boven. Mijn mancave vraagt af en toe aandacht en naar mate vrouwlief ontdekte dat ik toch een soort talent heb om de boel goed schoon te maken deed de oude Philips al snel dienst op twee etages in ons huis en waren we samen best tevreden over het resultaat.

Ik sjouwde het ding ook vaak helemaal naar beneden als ik de auto weer eens voor de deur kwijt kon en wilde reinigen. Met wat verlengsnoeren en veel goede wil maakte ik de blauwe Tsjech (en haar voorgangers) keurig van binnen schoon met 2000watt zuigvermogen. Maar onlangs ging het ineens allemaal anders. Ik had weer even last van het schoonmaakvirus en begon dus met dat stof zuigen. Met vier katten in huis die soms zo maar op de vloerbedekking rond mijn mancave hun domicilie zoeken is dat achtergelaten haar opzuigen geen overbodige luxe. Maar ik hoorde wel dat er een rare fluittoon uit de trouwe zuiggenoot kwam. ‘Vast een volle stofzak’ was mijn amateuristische conclusie. En inderdaad, die zak bleek voor 50% gevuld, dus maar even schoonmaken dan. Ook de filters meteen even reinigen. Even hielp dat. Maar op enig moment kwam de fluit weer terug. Gevolgd door wat hortend zuigen. Je hoorde het toerental op en neer gaan als bij een mens met bronchitis of astma. Vreemd. Uit en weer aanzetten verhielp dat euvel voor even. Tot ik ineens een rare brandlucht rook. Omkijkend naar de aan de slang hangende rijdende elektromotor zag ik een soort nabrander uit dat ding komen. Overal vlogen vonken heen. Uit de achterkant van de oude Eindhovenaar. De stank was ook heftig. Maar duidelijk was me wel dat de trouwe Philips ter plekke was overleden. Met pijn in het hart deed ik er afstand van. Bij de grofvuilstort. Inclusief die geweldige stang met borstel waaraan ik zo gewend was. De nieuwe is veel lichter, zuigt minder krachtig met dank aan de EU in Brussel, maar hij zal zijn taak ook wel aan kunnen denk ik. Maar af en toe denk ik nog wel terug aan die trouwe kameraad. Weinig mis met een echte Philips….Zou hij in de elektrohemel een plekje hebben bemachtigd?? (Beelden: Prive/internet)

Tele-visie…

Tele-visie…

Als ik terugkijk in de tijd zie ik ons als gezin met beperkt budget kijken naar de eerste televisie-uitzendingen van die tijd. Stiefpa had bij een van zijn handeltjes een Philips TV-toestel als betaling ingenomen. Meer een enorme glanzend opgewreven meubel met daarin een klein TV-toestel voorzien van een vrijwel rond scherm dat een groenachtig beeld uitstraalde. De bijbehorende antenne werd op het dak van ons huurhuis geplaatst waardoor stiefpa meer op het dak dan in de huiskamer vertoefde, want iedere meeuw of duif die voorbij vloog veranderde het beeld beneden in een ruisende brij. Hoe dan ook, we waren in onze woonstraat een van de eerste gezinnen met zo’n radio waarin ook beelden werden vertoond. En dat dan ook nog met zeer beperkte uitzendtijden. Voor ons kinderen waren er de woensdagmiddagen waarin de kinderprogramma’s voorbij kwamen.

Dappere Dodo, Kantjil en zo meer. In de avond waren er stichtelijke woorden per zendgemachtigde want die moesten allemaal hun eigen zuil bedienen. Geen onvertogen woord in die tijden, en natuurlijk altijd een opgeheven vingertje en de nodige handige tips. Later kwam daar het NTS-Journaal bij, en het weerbericht dat steevast door een vrijwel onzichtbare man met een lipstick op een glimmende landkaart werd ingetekend. Door de jaren heen werden de TV’s qua meubel kleiner, qua beeld stukken beter. En werd de programmering ook veel aantrekkelijker. Toch bedenk ik me bij het terugkijken naar een geschiedenisfeit uit de jaren twintig dat wij in ons land pas relatief laat de voordelen en plezier van de televisie ontdekten. Immers, de techniek van dat fenomeen was uitgevonden door de Schot John Logie Baird in 1926. Hij deed dat op het Royal Institute of London in beperkte kring, maar toch. Het zou nog dertig jaar duren voor wij in Nederland een goed werkend TV-programma zouden uitzenden voor de massa. De Amerikanen waren ons wat dat betreft al dik tien jaar voor, maar dat is in veel situaties zo.

Na de periode van de zwart/wit-tv’s kregen we kleur, stereo, kabel en nu dan digitale tv en kunnen we kiezen uit 20 aanbieders waar je simpel en tegen betaling qua vermaak voor kunt gaan. Denk maar aan Netflix in dat kader. Omroepen verloren hun kleur, de zuilen zijn gesloopt en de boodschap weer zeer eenduidig. De norm is wat de politiek sterkste stroming uitgezonden wil zien zo lijkt het wel eens. En afwijkende meningen wil men het liefst de mond snoeren. Wat nooit veranderde is het feit dat we voor dat hele bestel van ons via de belastingen moeten betalen. En je slechts indirect invloed hebt op de inhoud. Wie zich daar aan stoort kan naar de commercielen of de al eerder genoemde streamingsdiensten. Want het vingertje bleef op het publieke net. Alleen komt het nu van een andere sekte. In kleur, stereo en ook nog gedurende vele uren uitzenden. Maar het blijft een technisch mooi fenomeen. (beelden: Archief)