Dat gedoe met die importeur of haar vertegenwoordigers kenden we niet bij Daihatsu. Maar daar hadden ze weer andere noten op hun zang. De steeds aanwezige concurrentie met concullega v.d. Weiden was er een waar je soms een beetje moe van werd. Hij ruilde auto’s in op een veel ruimere voet dan wij wilden of konden en zo snoepte hij aardig wat Daihatsu-klanten weg. Zeker toen het gamma van Daihatsu zich verbreedde, een andere Cuore, wat busjes, een echte terreinwagen in de vorm van de Rocky en de wat vlottere Feroza, werd duidelijk dat we het met onze twee merken onder een dak binnen korte periode na de opening van het nieuwbouwpand lastig zouden krijgen. Daarbij formuleerde de op dat moment net aangestelde nieuwe en wel erg ambitieuze directie van het Japanse importbedrijf een doelstelling voor de Amsterdamse regio die zelfs met twee goed verkopende dealers niet in te vullen was. Men dreigde dus ineens, wilde in Amsterdam Zuid-Oost een dealerschap geopend zien op of vlakbij de grote autoboulevards daar en onderhandelde achter onze rug met Jo v.d. Weiden over het e.e.a.
Het gaf bij ons een erg ongelukkig gevoel. Een soort Hyundai revival van frustraties dreigde. We wilden graag mee doen aan de expansie, maar het kapitaal was na de nieuwbouw en wat daarop was gevolgd wel een beetje op. Daarbij zat veel geld ook vast in voorraden nieuwe en tweedehands auto’s. We gingen uiteindelijk toch maar, al was het sputterend, op zoek naar mogelijkheden om onze vleugels nog verder uit te slaan en zouden zo ook in staat moeten zijn om het grote probleem van de personele organisatie binnen het bedrijf op te lossen. Een probleem dat vooral werd veroorzaakt door de directeur van de dealertent die langzaam aan was veranderd van aardige hardwerkende en krom pratende ondernemer in een man die vriendjes, familie en oude relaties uitspeelde tegen mensen zoals ik. Enorme interne discussies waren soms het gevolg. Je kon geen besluit meer nemen zonder moeizaam of bijna oraal gewelddadig overleg. Het niveau daarvan werd steeds persoonlijker. Dat werd nog eens extra duidelijk toen hij besloot om zijn oudste zoon, voorheen nog parttime op zaterdagen als verkoper in dienst, full-time aan te nemen om de (Daihatsu)verkopen te stroomlijnen. Voor mij werd dat verkopen veel te zwaar met nog een administratieve/managementstaak die me ook was opgelegd. Alle mannen die een afdeling van het bedrijf leidden, en dat waren er intussen heel wat, kenden een zeker recalcitrant of explosief karakter en de paraplu van een rustig leiderschap ontbrak dus volledig. Expansie richting Amsterdam Zuid-Oost zou dat deels kunnen oplossen. De agenda van de ‘baas’ was echter nog steeds een andere dan de mijne. Maar dat zou later eens te meer nog blijken. Wist ik veel, ik was vooral bezig om Skoda richting te toekomst binnenboord te houden. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief)
Pieken maar ook dalen, menig bedrijf kan er over meepraten. Jij dus ook.
Het zal frustrerend zijn geweest.
LikeLike
Toen ik dit verhaal weer opschreef kwam dat gevoel van toem, toch al dertig jaar in het verleden opgeborgen, weer terug. Die frustraties wel vooruit te willen, maar niet te kunnen omdat er van alles en nog wat om me heen gebeurde waar ik geen vat op had. Maar ook wel weer een fantastische leerschool waar ik later veel aan zou hebben nog. Maar dat zit in de komende delen opgesloten…
LikeLike
Als discussies op het werk persoonlijk worden dan lijkt me het einde nabij. Daar kan niets goeds uit voorkomen. Als alles dan ook nog een keer afhangt van familie en vriendjespolitiek dan kan je best maken dat je wegkomt.
LikeLike
Het einde kwam ook. En dat was op zich, hoe frustrerend ook, de opmaat naar een totaal andere fase in mijn leven en een duidelijke promotie….
LikeGeliked door 1 persoon
Lijkt me zeker niet prettig werken op die manier, dan komt de man ook niet gezellig thuis bij zijn vrouw.
LikeLike