
Op 22-12-19 beschreef ik de prachtige geschiedenis van Borgward v.w.b. haar personenwagens en submerken. Een Duits automerk dat zich wilde en kon meten met de andere grote Duitse merken uit die periode waarin het bedrijf bestond. Maar Borgward deed meer dan alleen personenwagens bouwen. Het kende ook een divisie die zich bezig hield met bedrijfswagens.

En die ontstond een eeuw terug en leverde vrij snel daarna een driewielig voertuig voor het vervoer van 1 ton zware ladingen. Onder de naam Goliath kwam dit wagentje op de markt en de modelnaam werd later zelfs een eigen merknaam waarbij men zich richtte op de bestelautomarkt. De vierwielige voertuigen werden voor de oorlog op de markt gezet als Hansa-Lloyd tot Borgward’s eigen naam verscheen op de voertuigen van 1938 en daarna.

In de periode die volgde bouwde Borgward vrachtwagens met een laadgewicht tussen 1.5 en 5 ton, uitgerust met een benzine- of dieselmotor waarbij de diesels vooral de zwaardere versies aandreven. Tijdens WO2 werd de productielijn van Borgward ingezet voor de Duitse overheid.

Daarbij ontwikkelde men allerlei militaire voertuigen waaronder zelfs wagens met wielen voor en rupsaandrijving achter. Vrij kort na de oorlog herstartte men de civiele productie bij Borgward en kwamen er 3-tons trucks uit met benzinemotoren die bij het heropbouwen van het totaal verwoeste Duitsland aan belangrijke rol konden spelen. Men breidde het gamma al snel uit met zwaardere trucks, maar ook met lichte bestelwagens.

Tevens voerde men het bouwen van bussen in en ook daarmee kon Borgward nieuwe klanten vinden. Voor de nieuwe Bundeswehr bouwde men militaire trucks met 4WD. De oude bekende Borgwards met een motor in een spitse neus werden medio jaren vijftig vervangen door frontbestuurde types waarvan de 4500-serie met een 6-cilinder benzinemotor of diesel tot 110pk vermogen de zwaarste werd. Helaas ging Borgward in 1962 over de kop.

Het totale concern had te veel hooi op de vork genomen en ging ten onder aan de grote ambities van de oprichter/eigenaar Carl Borgward. Museale collecties bezitten vaak nog wel een Borgward bedrijfswagen of een wagen uit een van de submerken van het concern. En het is geweldig dat we die wagens nu, na dik 60 jaar nog kunnen bewonderen. Dat verdient dit merk uiteraard…. (beelden: Archief/Internet)


Het is in haar oorspronkelijke vorm intussen al weer jaren geleden verdwenen, het merk Borgward, maar ooit was dit een hele grote met o.a. Hansa, Goliath en Lloyd als dochtermerken in de portefeuille. Gemaakt in Bremen was dit een merk dat zich kon meten met de beste concurrenten uit eigen land maar ook met de Fransen of Britten indertijd. De wagens hadden een geweldige kwaliteit en toen men in 1949 al kwam met de grote voorlopers van de latere Isabella liet men de concurrentie moeiteloos achter zich. Die Isabella was een luxe auto leverbaar met verschillende benzinemotoren, een diesel zelfs maar ook met een pontoncarrosserie waardoor de veelal zwarte en stijve losse chassis niet meer nodig waren.
De motoren waren betrouwbaar en de achtervering was onafhankelijk. Daarbij was de versnellingsbak volledig gesynchroniseerd en had vier verzetten vooruit. Anno 1949 was dat allemaal hypermodern. Opvallend genoeg had Borgward met haar submerk Hansa een probleem in handen want met name de grote wagens van dat merk konden niet zo goed op tegen de concurrentie van Opel of Mercedes. Terwijl je bij Hansa in de 2400 toch al een zescilinder kocht, een automatische versnellingsbak en zelfs elektrische ramen. Heinz Ruhmann, filmster uit die jaren, reed er in, maar ook Johnny Jordaan. Ook bij deze Hansa bood Borgward je een zelfdragende carrosserie wat indertijd echt als bijzonder werd gezien.
Een van de fraaiste Borgwards was de Isabella Coupe en Cabriolet. Daarmee viel je echt op. Zeker als je koos voor het modieuze two-tone-coloring, twee kleuren lak en ook nog eens witte randen aan je banden. Deze versies hadden al snel een 75pk motor en daarmee was 150km/u probleemloos te behalen. Mensen met wat meer geld kochten veelal een Borgward. Vaak directeuren van bedrijven die chique wilden rijden maar toch ook weer niet zo pompeus als je bij soortgelijke wagens van Mercedes tegenkwam. Voor een wat hoger geplaatst publiek had Borgward nog iets bijzonders in huis vanaf 1959, de P100. Daarmee ging Borgward direct de concurrentie aan met Mercedes en BMW. De falende Hansa 2400 was men in Bremen kennelijk vergeten. Maar met die nieuwe grote Borgward kreeg je wel een enorme auto van Amerikaanse proporties en uitrusting geboden.
Met 2,3 liter grote zescilinder voorin, bekend uit juist weer die toch mislukte Hansa. Helaas bleek ook die grote auto weer geen succes en kreeg Borgward het extra lastig toen ook de splinternieuwe Lloyd Arabella (een ander merk uit eigen stal) een zeer lastige ontwikkelingsperiode kende en zelfs werd omgedoopt tot Borgward Arabella. Maar alles opgeteld was het teveel voor het geplaagde concern en moest Borgward in 1961 de poorten sluiten. Het merk leeft zeker nog voort in de herinneringen en tegenwoordig wordt het door Duitse slimmerikken met Chinese hulp weer nieuw leven ingeblazen. Waarbij men o.a. elektrische wagens wil gaan leveren. Of dat echt iets wordt is een kwestie van afwachten. Maar legendarisch is het merk wel. Gekoesterd door liefhebbers die een Borgward liefdevol opknapten en er nog dagelijks mee rijden. Wat goed kan, want je kunt met het huidige verkeer waar nodig steeds goed meekomen. En dat in een auto van dik 70 jaar oud. Is niet iedere klassieker gegeven.
Geef Chinezen een vinger en ze pakken je hele hand. Zo gaat dat zeker vaak in de wereld van het grote geld en het zakendoen. Chinezen kochten intussen heel wat bedrijven en merken op in het westen en bouwen dan de boel om tot iets wat lijkt op… maar het net niet meer is. Laten we wel zijn voor veel mensen van mijn generatie is bijvoorbeeld Borgward een automerk om te herinneren. Ook al ging het al in 1961 failliet. De enige grote autofabriek van Noord-Duitsland met schitterende auto’s als de Isabella in de showroom en nog wat submerken als Hansa en Goliath onder haar beheer. Borgward was indertijd best wel een merk van enige statuur. Wie zo’n auto kon rijden was vaak directeur van een eigen textielfabriek of scheepswerf.
Nu, na een jaar of 55 is Borgward op de weg terug. Niet meer in eerste instantie uit Duitsland afkomstig maar uit China. De Chinezen kochten een paar jaar terug de merkrechten en beloofden dat ze er iets nieuws van zouden bakken. Met o.a. elektrische SUV’s, een markt daarvoor was zeker in China zelf zeker te vinden en die historisch sterke westerse naam goed voor de verkopen. Maar Borgward gaat ons verrassen. Want men komt ook met SUV’s met een meer dan betaalbare prijs waarin men een tweeliter benzinemotor monteert die 224pk gaat leveren en standaard vierwielaandrijving kent en een geflipperde zesbaks-automaat. De auto wordt aangeduid als BX7 en moet het kunnen opnemen tegen de gevestigde orde van o.a. VW en BMW.
Daartoe krijgt de nieuwe Borgward ook een vracht aan extra’s mee die je elders extra moet betalen. De prijs moet ergens rond de 45 mille komen te liggen en dat is dan nog maar het eerste model. Een kleinere BX5 en een BX-6 met coupe-achtige lijnen komt er aan, net als die beloofde elektrische versies. De wagen wordt in China al op de lopende band gebouwd en het zal niet te lang duren voor je in Duitsland de eerste exemplaren van dit retromerk kunt kopen. Later willen de Chinezen ook weer terug naar de wortels van het merk als ze de Borgwards voor Europa in Bremen gaan bouwen. Dat kent vele voordelen, ook v.w.b. de zekerheden die de moderne Euro-NCAP botsproeven en uitlaatgastests betreft. In Duitsland werkt met op moderne wijze via internet samen met Sixt, de autoverhuurder. Die zal er zelf wel een aantal gaan inzetten. Volgens de Duitse autopers komt Borgward in eerste instantie beschikbaar in Duitsland, Frankrijk en Italie. Men zoekt voor de kleinere Europese landen nu al naar importeurs en dealers. Want de opmars van Borgward zal niet te stuiten zijn. Zo zelfverzekerd is men wel. En ik denk…terecht! (Beelden: AMuS/Internet)