Dat derde Italiaanse sportwagenmerk…

De Italiaanse sportwagenindustrie kent een paar aansprekende merken, waarvan ik al een tweetal hier de revue liet passeren, maar dat derde merk, Maserati mankeert nog.

Nou dat is nu voorbij. Want Maserati heeft van die drie de langste geschiedenis. Al in 1926 werd de eerste racewagen voor het merk op de wielen gezet. De naam van het bedrijf afkomstig van vier broers die hun familienaam aan het bedrijf verbonden. Maar de familie raakte op enig moment de controle over de eigen onderneming al snel kwijt. Nieuwe eigenaren werden de baas en het bedrijf ging net als op een woeste zee op en neer in soms heel lastige omstandigheden. Daarbij niet vergetende dat er mooie wagens moesten worden gebouwd. Zoals de A6 uit 1946 of de 3500 uit 1958 waarvan er maar liefst zo’n 2000 werden gebouwd. Kreeg je een erg fraaie sportwagen voor de deur met een 6 cilinder voorin van 3.5 liter inhoud en een topsnelheid van dik 220km/u. Zowel met dichte als open kap te bestellen.

Minder geslaagd vond ik zelf de 5000GT, die weliswaar werd aangeschaft door de toenmalige Sjah van Perzie, maar gewoon niet zo fraai was van lijn. Een V8 van 5 liter inhoud zorgde anno 1959 nog wel voor een top van 250km/u. Er werden er slechts 32 van gebouwd gedurende de zes jaren dat hij ‘in productie’ was. Uit 1964 stamt een auto die nu nog steeds, zij het onder een andere naam en met een koets die past bij de 21e eeuw, wordt gemaakt, de Quattroporte. Altijd met een V8, ruimte voor 4 of 5 personen, die in weelde van de prestaties konden genieten. Want deze sedan was een der snelste uit de geschiedenis en haalde dik 300km/u.

Bedenk maar dat de gemiddelde familievader in zijn Opel al blij was met 100km/u toen. Tuurlijk, die klassieke auto was geen sportwagen, maar je reed er wel de meeste Porsches of Ferrari’s mee zoek. De techniek typisch Italiaans ingewikkeld en soms kwetsbaar, maar o jee, wat een vermogen. Latere bekende Maserati’s waren de Ghibli uiit 1966, de Indy, Bora (nee, niet die VW maar het origineel..) en Merak. Wagens die stuk voor stuk staaltjes techniek en ontwerp-verfijning lieten zien, maar het grote publiek niet bereikten.

Intussen behoorde Maserati toe aan Citroen en bracht men voor dat merk o.a. de XM op de markt. Een Citroen met een Maserati-motor. Geen vlees of vis, maar wel een aansprekend type voor liefhebbers natuurlijk waar zelfs Johan Cruyff nog eens in rondreed. In de jaren zeventig modderde men wat verder met een nieuwe variant op het Quattroporte-thema. Loeisnelle sedans met een prachtig brullende V8 onder de motorkap. Wie zo’n wagen kocht zat meteen in het topsegment en kon Mercedes/Jaguarrijders scheel laten kijken van jaloezie. Een volgende stap was de wat compacter Biturbo waarbij de motor kleiner werd gehouden maar het vermogen op peil door er twee turbo’s op te monteren.

En jawel, boven de 200km/u kwam die wagen nog een beetje meer op gang dan het uiterlijk deed vermoeden. Anno 2021 biedt het luxe sportwagenmerk nog steeds een aardige serie auto’s uit het topsegment aan. Zoals de MC20 met 630pk sterke V6 twinturbomotor die in onder de drie seconden naar 100km/u katapulteert en een top kent van 325km/u. Niet bedoeld voor dat groenlinkse drempelparadijs wat Nederland intussen is, meer voor de rijken der aarde die je veelal toch in heet Midden- of Verre-Oosten moet zoeken. Exclusief zijn en blijven ook de Ghibli en de uiterst fraaie actuele Quattroporte. Voor SUV-liefhebbers (en die zijn er steeds meer) biedt men de Levante aan. Krijg je ook maar liefst 580pk, vierwielaandrijving en een automatische acht-versnellingsbak. Kom je daarmee voorrijden zal men wellicht denken dat je een ‘bijzonder’ mens bent, maar ook dat je smaak bezit en veel geld. En daar is het de doelgroep maar ook de fabrikant vast om te doen. (Beelden: Archief)

14 thoughts on “Dat derde Italiaanse sportwagenmerk…

  1. Voor verscheidene vakanties in het Noorden van Italie heb ik meegereden naar en in een auto.
    Wat mij bij is gebleven zijn de gebrekkige straten en wegen in Noord-Italie.
    Waarom de snelheid dan zo belangrijk is bij dit derde Italiaanse automerk begrijp ik niet.

    Zo’n zelfde verbazing heb ik bij autoraces. Ik hoor en lees vooral dat inhalen onmogelijk is.

    (Vreemd genoeg lees ik dan weer wel dat de snelheid, topsnelheid en sprintsnelheid van elektrisch aangedreven personen- en raceauto’s vele malen hoger ligt. Maar ook hier is bij het racen inhalen moeilijk tot onmogelijk. En is de toestand van de straten en autowegen een belemmerende factor.)

    Al met al zijn er in Italie of Europa geen straten of wegen waar vol gas gereden kan worden.

    De recordpogingen op zou- en ijsvlakten geven wel aan dat er een gigantische ontwikkeling heeft plaats gevonden vanaf de eerste automobielen tot nu.

    Ik heb dan ook heel veel respect voor de pioniers, wetenschappers en ondernemers die steeds hun vizier richten op een ogenschijnlijk onbereikbare toekomst.

    De nazaten van de familie Maserati mogen in mijn ogen dan ook beretrots zijn op hun familienaam!

    PS: mooi stuk geschiedschrijving!

    Vriendelijke groet,

    Like

    • Ik ben er een paar maal geweest, reed ooit de MIlle Miglia-route. Prachtige Autostrada’s gezien waar ook aardig werd geblazen. Zelfde geldt voor andere Europese landen waar wij als Nederlanders met onze elektrische Dinky Toys worden uitgelachen. Overigens valt mij altijd weer op dat leaserijders in hun door de baas ter beschikking gestelde milieuvriendelijke Tesla’s (..) het liefst in de linkerbaan anderen opduwen en aan de kant wringen. Kortom, elektrische auto’s worden ook benut om stevig mee door te rijden. Of dat nou zo goed is voor het milieu? Wat de autoraces betreft, er zijn zeker circuits waar inhalen relatief simpel is. Maar er zijn er ook waar dat inhalen (behalve op de rechte stukken..) lastiger is. Zelf heb ik ervaring opgedaan op Zandvoort en het circuit bij Budapest en dan is inhalen inderdaad voor de mensen met een heel groot hart. Het zal duidelijk zijn dat ik geniet van snelheidssporten. Waarbij moet worden opgemerkt dat de Formule 1 wordt gereden met hybride-racewagens die deels hun energie ontlenen aan keurige elektromotoren. Vermoedelijk is dat de meest praktische oplossing voor het toekomstige wegverkeer. Omdat daarmee de actieradius dik het dubbele wordt van wat een puur elektrische auto kan afleggen. En reken maar dat alle serieuze fabrikanten bezig zijn met al die ontwikkelingen.

      Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.