Klus…boem…voet…

Klus…boem…voet…

Best cryptisch omschreven eigenlijk. Een pijnlijke periode in de afgelopen weken. Waarvan ik dagen lang de herinnering kon bekijken bij het wisselen van mijn sokken. Wat gebeurde er?? Nou het begon allemaal simpel. In een van mijn kamers in dit huis staat al een tijdje een enkele vitrine en ook nog wat losse kasten. Daarin de verzamelde op schaal rijdende werken uit Oost-Europa die ik met zorg behandel en dus zo goed mogelijk op- of weg berg. Nu onze kinderen hebben besloten om de stap te zetten om in de provincie te gaan wonen komen uit hun huidige woning wat vitrines vrij die ik dan mag overnemen. Nou dat liet ik me maar een keer zeggen. De eerste haalde ik in de eerste helft van oktober in gedemonteerde toestand op en sjouwde die naar de eerste etage van ons huis. Daar stond alles al te wachten wat ik had ingepland voor die interne verhuizing. Gedachte was…vitrine…kast er tussen voor allerlei zaken die niks met die verzameling te maken hebben….en dan de nieuwe vitrine aan de andere kant. En dan dwars over die twee glazen torens een smalle houten kast waarin ik weer wat grote modellen kon uitstallen en een stereosysteem met radio.

Alles opgemeten, het moest passen en werken. En dat deed het… Die vitrine kreeg ik relatief vlot in elkaar, schoof hem op zijn plek, monteerde de verlichting, en maakte het glas helemaal helder. Toen dat klaar was nam ik een van die smalle kasten die ik op het oog had om er overheen te schuiven beet…Maar dat ding bleek flink zwaarder dan ik dacht en bleek niet te houden. Knal, boem, op mijn rechtervoet. Verdoofd door de klap en de pijn zweeg ik even. (een wonder…)Toen vrouwlief naar boven stormde (zij hoorde die klap ook en dacht dat ik het aardse bestaan had verruild voor het hemelse..) en me vroeg wat er gebeurd was liet ik mijn voet zien…..Die zwol op en toonde in eerste instantie vooral de plek waar de kast op gevallen was. Natte doeken en zo meer moesten de zwelling stoppen. Intussen tilden we samen die kast alsnog op en legden die op de beoogde plek. Het paste…Top! Hinkelend werkte ik verder….

In de dagen die volgden bleek de zwelling steeds meer plek te maken voor blauwe tinten die later zelfs de kleur zwart benaderden. Die rechter voet was echt gekwetst. Maar ik ben niet zo van de goed bedoelde adviezen. ‘Been omhoog’ ‘rustig aan doen’ ‘dokter naar laten kijken’….Gewoon doorgaan. Mijn oudste Rieker schoenen bleken me relatief pijnloos te kunnen dienen (alle ander paren kreeg ik niet aan). Na een dikke tien dagen zag die voet er uit of ik door de teer had gelopen, een en al bloeduitstorting…maar ik ben gewoon doorgegaan met inrichten van die kamer en die vitrines. Daar ben ik nu heel blij mee. Toch maar mooi klaar die klus. Zielig zijn kan later wel…. Intussen zijn we een week of wat verder. En vertel ik het verhaal. Opdat u niet denkt dat een beetje meninggever ook een echte klusser is…wel een kanjer vind ik zelf…Maar dat mag je als lezer ook zelf beoordelen. Voor het gemak de beelden maar even bijgevoegd… En die zijn echt niet bijgewerkt….puur realisme…..(Beelden: Prive)

Ridder Brandewijn in gevecht…

Ridder Brandewijn in gevecht…

Na een dagmars van twee etmalen bereikte het gezelschap mannen rond Ridder Brandewijn de streken waar ze de schurken verwachtten te vinden die het reizigers vaak zo lastig maakten.

Het bos bij Rosendael was in nevelen gehuld, de zon liet zich niet zien. Ridder Rogier zette een gevechtsformatie uit waarbij zijn mannen in een soort ruit verdeeld het bos in trokken waarbij hij in het centrum te paard de lakens uit kon delen. Met deze manier van opereren was hij in het Heilig Land vertrouwd geraakt en het bleek effectief om de daar optredende Mohammedanen aan te pakken. Zijn opdracht was ook nu om stil te zijn voor zover dat kon om de vijand niet te alarmeren. Toen ze via de glooiende hellingen steeds hoger het terrein inkwamen waar ze de dievenbende van de roverhoofdman vermoedden was het enige wat ze daar tegenkwamen een enkele ree of everzwijn. Normaal zouden ze daar jacht op maken, maar gezien de omstandigheden was dat minder handig. Op de terugweg konden ze alsnog wel zorgen voor verse buit. Terwijl hij nog even ging verzitten hoorde hij dat de linkerflank van zijn groep met geraas in de val was gelopen bij de beruchte bende. Een gevecht brak uit.

Maar Ridder Brandewijn wijzigde zijn strategie niet. Hij hield de formatie in stand, beducht als hij was dat meer van die boeven ineens vanuit hun schuilplek de aanval zouden kunnen openen. En dat klopte. Met een hoop gebrul stortte een man of tien zich op zijn voorste linie en op hem zelf. Ze waren aan het oog onttrokken geweest door het lage struikgewas en waren daarmee dus in het voordeel. Hij trok zijn zwaard en ging met zijn paard in galop op de eerste vechtersbazen af. Zijn eigen mannen waren al in een dodelijk gevecht gewikkeld met de lieden die hen hadden aangevallen, Ridder Rogier sloeg met zijn zwaard in het rond en merkte meteen dat hij effect bereikte. Hier sneuvelde een arm, daar een hoofd, het zwaard dat het heilig land had helpen bevrijden deed hier ook waarvoor het was gemaakt en hij kon er goed mee overweg. Het leek op enig moment of hij snel orde op zaken kon stellen, het gekerm van gewonden en het vele bloed deed hem dat ook geloven.

Maar toen werd ook hij getroffen door een pijl die hem weliswaar niet ernstig verwondde, wel van zijn paard smeet. Op de grond liggend was het voor de ridder in zijn zware uitrusting lastig om overeind te komen en de eerste hem vijandige mannen kwamen al op de liggende ridder af om hem de doodsteek te geven. Steunend op zijn zwaard lukte het hem overeind te komen en die aanvallers van zich af te slaan. Dood en verderf zaaide hij, al prikte het bloed hem in de ogen van diverse wonden die ook hij opliep door het gevecht. Toch bleek na wat uren leken te zijn, dat zijn mannen orde op zaken hadden gesteld en dat ze ook gevangenen hadden kunnen nemen. Maar tevreden was hij niet. Want de aanvoerder van de troep was er niet bij. En dat was slecht nieuws. Van zijn mannen waren er drie gedood, diverse gewond geraakt en ook hij zelf had last van zijn kwetsuren. Gelukkig bleek zijn paard niet gewond en in de buurt. Toen de laatste aanvallers waren gevlucht besloot Ridder Brandewijn om het hoogste punt in het woud op te zoeken en daar kamp te maken. De gevangenen werden aan zijn paard gebonden en moesten meelopen in zijn tempo. Als ze daarbij vielen sloegen zijn mannen er op los en stonden die lui wel weer op. De avond viel, het woud begon vreemde geluiden te maken. Tijd voor een kampvuur en verzorging van de wonden. De strijd was nog niet gestreden…. De gedachte aan de blonde deerne in zijn kasteel hield hem op de been….morgen weer een dag….