
Ik geef onmiddellijk toe dat zelfs deze meninggever zo zijn zwakheden kent. Lekker eten en af en toe wat snoepen horen daarbij. Zo kan ik pure chocoladeletters zo tegen de Sinterklaasviering slecht weerstaan. Ook de uit Duitsland mee te nemen Kirsch-Bonbons zijn zo lekker dat ik ze graag bij de thee nuttig. Maar een van die geneugten moest ik sinds enige tijd vervelend genoeg ontberen; TumTums. Die kleine snoepjes ken ik nog vanuit de jeugd en ik had dan zo mijn voorkeuren qua uitkiezen. Met name die platte chocolade-exemplaren met van die witte spikkeltjes, de harde exemplaren en die gummies met gekleurde suikerbolletjes er overheen.

En ja, ik weet dat je ook zonder kunt in een suikerloos of vetvrij dieet, ik weet dat de tandarts ook zo haar bezwaren zal weten te benoemen, maar ik vind die dingen nu eenmaal lekker. In mijn mancave stond altijd een voorraadje. Meestal gehaald bij de Sligro-groothandel of als het niet anders kon van de Wibra. Zuslief en ex blogster Thamara nam ze ook nog wel eens voor me mee en alles ging dan in een groot rond blik op mijn schrijftafel waaruit ik me in de middag een stuk of vier van die kleine snoepjes gunde. Tot een paar jaar terug. Begonnen met een terugroepactie van de Sligro. Haar zakken Tumtum konden wel eens besmet zijn geraakt met het e.e.a. en dus uit de handel genomen. Maar toen vond ik ze nog wel bij andere ketens. Later bleek ook de Wibra ze niet meer in het assortiment te voeren. Na verwondering kwam mijnerzijds de irritatie. Verdraaid nog toe, het blik was leeg, geen voorraad meer, wat moest ik nu? Je bent een TumTum-junk of niet natuurlijk… Ik bleef er stug naar zoeken, maar niemand kon me een antwoord geven op de vraag; ‘waar is de Tumtum gebleven?’. Tot vrouwlief onlangs ontdekte dat de Plus Supermarktketen dit spul ineens wel weer in de schappen voerde. E. 2,95 voor een zak van 400gram. Jippiieeee. Maar er mankeert iets aan….Zien jullie wat ik bedoel?? Het antwoord is ontnuchterend en net even minder smakelijk. Zal vast zitten in de prijzen voor grondstoffen. Maar ik laat jullie graag de zoektocht naar het antwoord op mijn simpele vraag…Wat mis ik aan deze TumTum?? Intussen heb ik mijn dagelijkse routine (4 stuks) weer opgepakt. Toch plezieriger dan tandhakken zonder iets lekkers als je bezig bent…. (Beelden: Prive/archief)


Er was een tijdperk dat zelfs ik iets had met voetballen. Niet omdat ik die sport nu zo goed kon beoefenen, als we het ‘putten’ in de straat even vergeten voor het gemak. Als ik in clubverband speelde was dat vaak als keeper of als halfspeler. Niks in de voorhoede. Maar wel effectief. Zeker als een tegenstander me voorbij wilde en ik dan de van Co Prins overgenomen ‘schoffel’ toepaste was ik lastig te passeren. Co Prins zegt ie? Wie? Nou, van de vele fenomenen die het Amsterdamse voetbal ooit kenmerkten was dit een grote. Geboren in 1938 en gevoetbald voor god en de duivel was hij als gevolg daarvan voor niemand bang. Zeker niet voor scheidsrechters of spelers van de tegenpartij. Het onderuit halen van een tegenstander deed hij effectief. Hij speelde jarenlang bij Ajax, Oranje, maar ook in Duitsland en Amerika. In België werkte hij jarenlang als trainer. Man van een grote mond en ik denk een klein hartje. Typische Amsterdammer. Minder begaafd als de alom betreurde maar ook bejubelde Johan uit Betondorp.
Zijn karakter was een ding om rekening mee te houden. Ik maakte hem eens mee in een kroeg aan de Amsterdamse Amstelstraat waar mijn lease pa regelmatig zat voor de ‘autohandel’ in die jaren. Cootje Prins zat daar ook regelmatig. En dat was goed te merken. Een jaar later zag ik hem spelen in het Olympisch Stadion. Hij speelde zoals hij sprak. Zoals later Hazes zong of zoals die volkszanger in Vinkeveen in diens stamkroeg lachte. Amsterdammers van toen waar je nu met een lampje naar moet zoeken in de hoofdstad. Co Prins’ manier van spelen sprak mij als jeugdig talent (..) op het voetbalveld zeer aan. Het maakte me overigens ook niet geliefd als speelgenoot op de velden. Men voetbalde het liefst aan de andere kant van het veld als ik was opgesteld. De Prinstechniek leidde niet tot veel applaus.
Het gestrekte been en zo. Gelukkig kreeg je toen nog geen gele kaarten. Co Prins intussen verhuisde na zijn Amerikaanse avontuur naar clubs als MVV, Vitesse en Helmond Sport. Effectief, maar ook niet geliefd. Zijn carrière kreeg nog een extra impuls toen hij meespeelde in de film Escape to Victory die ging over een voetbalelftal in WO2. Hij was te zien op tv bij de NCRV en speelde fanatiek zaalvoetbal. Een man met een karakter, zoveel was wel duidelijk. Hij overleed plotseling aan hartfalen tijdens een partijtje voetballen in Antwerpen. Werd maar 49 jaar oud. En is bij veel mensen allang vergeten. Maar niet bij mij. Te lang als voorbeeld gediend. Maar of dat nu zo’n goed voorbeeld was achteraf bezien? Ach, ik ben nooit een echt talent geweest in dat voetbalwereldje. Hij wel! Onbegrepen vaak, maar toch! (Beelden: Internet)