Terwijl onze ridder orde op zaken stelde in de bossen en op het laagland rondom het latere Arnhem, was zijn droomvrouw in zijn kasteel langzaam bij aan het komen van de avonturen die zij had meegemaakt in diezelfde bossen toen zij met haar vader naast zich onderweg was naar een nieuw bestaan elders.

Haar vader had bedacht dat zij naar een nonnenklooster in de buurt van Munster zouden kunnen reizen en daar dan met pelgrims richting het Heilige Land vertrekken. Hij om zijn zonden weg te laten wassen via doping in de Heilige rivier Jordaan, voor haar zou het een goede bescherming zijn tegen de gevaren van de moderne tijd. Want zijn schone dochter was nog maagd en zou wellicht een vermogende edelman goed kunnen dienen als echtgenote, maar dan wel een die ook in het geloof zijn heil zocht en de familie van zijn toekomstige gemalin kon onderhouden. Helaas had de overval door de bende van Boverie roet in het eten gegooid. Vader was flink in elkaar gemept en zijn dochter aan de haren meegesleurd naar een plek net buiten zijn zicht. En daar onderging ze heel wat vernederingen die zo ernstig waren dat ze er zelfs nu nog niet over durfde te praten. Men had haar onder haar kleed betast en bevoelt en nog steeds voelde ze die handen overal op haar lijf. Het had haar ‘vies’ gemaakt, en nog steeds was ze in onevenwicht en bad ze tot God en diens moeder Maria om haar te beschermen voor wat mogelijk te gevolgen waren van al die onreine handelingen.

Dat ze door Ridder Brandewijn en zijn dienstmaagden was opgevangen en schoongespoeld maakte nog niet dat ze zich beter voelde. Integendeel. Ze voelde nog steeds die angst voor wat die mannen bij en met haar deden maar ook de spanning die dat bij haar had opgewekt. En tegelijk ook dat overweldigende gevoel van de aanblik die Ridder Brandewijn haar had gegund toen hij haar niet alleen had opgevangen maar ook meteen in zijn glimmende harnas te paard achter haar belagers aan was gegaan. Zij wist niet wat verliefdheid was, maar dit gevoel wat haar warm maakte en overspoelde moest daar wel dicht in de buurt komen. Intussen werd ze maar verwend door de vrouwen die in het kasteel van de Heer Brandewijn voor haar zorgden. Ze kreeg heerlijke spijzen te eten, dronk een glas wijn bij het eten, mocht aanzitten bij de familie van de ridder die haar in haar geleende jurk zoveel warmte boden dat ze zich vrijwel meteen thuis voelde. Hier was ze beschermd, ook tegen haar vrome vader die haar maar bij die nonnen wilde onderbrengen en ook nog eens naar dat verre land van Christus wilde sturen. Alsof dat haar geloof extra zou versterken… nee, ze zag er meer in om bij deze familie te blijven, de ridder te dienen, en haar geloof uit te dragen op de wijze die zij zelf als meest voor de hand liggend deed ervaren. En ‘s-nachts in haar bescheiden kamer boven in het kasteel droomde ze van de ridder die haar zou schaken, kussen en beschermen tegen al die enge mannen buiten. En glimlachend werd ze dan wakker. Wachtend op de ridder die haar eer zou verdedigen en de wrede daden van die enge mannen zou wreken. (Dit is een verhaal…..geen verwijzing naar iemand of een gebeurtenis uit het verleden die ooit werd opgetekend in de vaderlandse geschiedenis…)
Arnhem, mijn geboortestad. Ik schreef even terug een blogpost over Arnhem en een zeer lezenswaardige geschiedkundig boek.
Jouw fantasievolle en romantisch verhaal blijft boeiend!
Vrolijke voorjaarsgroet,
LikeLike
Dank, als je het maar als zodanig ziet…..fantasievol verhaal……Met realistische verwijzingen….
LikeLike
De toevoeging “met realistische verwijzingen ….” haalt jouw schrijftalent volledig onderuit.
Het boek waar ik naar verwijs geeft jou de mogelijkheid om echte realistische verwijzingen te geven.
Jouw reactie van die blogpost: “Arnhem ken ik van een aantal bezoekjes door de decennia heen. Vind het niet de mooiste stad”
Mijn vader woonde gedurende de Tweede WereldOorlog in Arnhem. Mijn hele jeugd heeft door deze Tweede Wereld Oorlog de Eusebiuskerk in de steigers gestaan vanwege oorlogsschade.
Wellicht dat ik daar nog eens over schrijf. Niet zo fantasierijk zoals jij dat kunt, maar meer beschouwend en verwijzend naar de werkelijkheid.
Vredelievende groet,
LikeLike
Van de Nederlandse steden ligt Arnhem me niet meteen aan het hart. Sorry. Ik vond Nijmegen aardiger. Maar de omgeving van Arnhem is wel weer inspiratievol. Posbank, alles wat er omheen ligt, fraai. Ik snap uiteraard ook wel dat oorlogsschade veel heeft gedaan. Als kind kwam ik er veel, familie van vrienden van de ouders woonde daar en daar gingen we nog wel eens op bezoek. Ik vond zelf de langs suizende trolleybussen het leukst….
LikeLike
Trolley bussen, mooie duurzame vorm van openbaar vervoer. Goedkoper te realiseren dan trams. Jazeker, nostalgische herinneringen van mijn geboortestad.
Stille groet,
LikeLike
Blijft opvallend dat dit systeem nergens verder ingang heeft gevonden. En de ooit zo enthousiaste Britten, met hun dubbeldeks-trollies, ook stopten. Men overwoog daar dat de bussen niet flexibel genoeg door het verkeer kwamen door de beperkingen van de beugels en ook d e benodigde infrastructuur. Groot voordeel vond ik zelf dat die bussen fluisterend voorbij kwamen, maar ik snap wel dat al die draden boven de straten niet meteen een verrijking van de openbare ruimte zijn. Als tramfan ben ik blij dat in Amsterdam die rupsen tenminste nog rijden. In veel andere steden ruimde men het tramnet juist op en dat is geen groot voordeel gebleken.
LikeLike
Leuk geschreven. Wat er met de eerbaarheid van de dame zal gebeuren onder al dan niet onder goedkeurend oog van God en zijn moeder is de vraag.
LikeLike
Het blijft een mysterie…..we zullen zien….:)
LikeGeliked door 1 persoon
Ach ik denk er gewoon niet al veel over na, ik gun haar gewoon haar ridder. 😉
LikeLike
Dat is het beste….:)
LikeLike
Ook ik hoop dat ze elkaar krijgen. Het is tenslotte de romantiek die deze miniroman draagt daar past en lieflijk einde bij.
Een enig verhaal. 😀
LikeLike
Vooralsnog is de ridder nog niet thuis…..:)
LikeLike