Boeing’s Stratocruiser…

Boeing’s Stratocruiser…

Had ik in de afgelopen maanden wat aandacht voor de toestellen van Douglas en de invloed die deze machines hadden op de ontwikkeling van de civiele luchtvaart, dit keer neem ik de lezer mee naar een tijd waarin Boeing op weg was naar de status van grote vliegtuigbouwer. Maar dat was in de jaren 40 en 50 nog niet zo normaal. Boeing was vooral de bouwer van zware bommenwerpers tijdens WO2.

Denk aan de B17’s die dagelijks in grote formaties vanuit Engeland naar Duitsland trokken om daar industriele complexen plat te gooien en de enorme B29’s die hetzelfde deden boven Japan. Met name dat laatste toestel was een zeer complex en geavanceerd toestel. De technieken van deze machine werden nog wat verder uitgewerkt in ontwikkelingen als de B50 bommenwerper, maar zeker ook in een transportvliegtuig dat als C-97 in dienst zou komen van de USAAF nog tijdens WO2 en in staat bleek enorm lange afstanden met een aardige last militaire vracht of soldaten af te leggen.

Een dergelijk toestel was voor de civiele luchtvaart van net na de oorlog ook wel een soort droom, al was het een dure gedachte. Met de techniek van die bommenwerper, maar met een romp die toen al een dubbeldeks-constructie kende (bovendek passagiers, beneden slaapplekken en een bar..) kwam Boeing met de Model 377 Stratocruiser. En die vond meteen emplooi bij een paar grote luchtvaartbedrijven uit de VS en ook het Brits BOAC (nu British Airways) bestelde de machines.

De toestellen konden afhankelijk van de inrichting 55-100 passagiers in grote mate van (toenmalig) comfort vervoeren en al snel deden ze dienst op routes over de grote oceanen. De vier 3500pk sterke Pratt &Whitney radiaalmotoren gaven de wat plomp uitziende machine een snelheid van 475km/u wat best langzaam was i.v.m. de toestellen van Douglas en Lockheed. Maar de Boeing kon 6.500km ver komen zonder tussenlandingen en dat comfort aan boord trok veel passagiers die normaal per schip zouden reizen. Toch werd de grote Boeing geen echt succes. In totaal zijn er van de civiele uitvoering slechts 55 gebouwd.

Een paar daarvan stortte ook nog neer, met dank aan de al uit de oorlog bekende problemen met de krachtige maar kwetsbare motoren. Toen de eerste straalverkeersvliegtuigen verschenen was het meteen over en uit met deze mastodonten uit hun tijd. De militaire varianten hielden het langer vol. Tweedehands exemplaren kwamen o.a. bij de Israelische Luchtmacht terecht waar ze nog tot in de jaren 70 actief waren. Toestellen die door de Amerikanen uiteindelijk in de woestijn werden opgeslagen, kregen soms ook een tweede leven. Ze werden o.a. omgebouwd tot zgn. Guppy en Super Guppy vliegtuigen waarmee raketonderdelen voor het Apolloprogramma werden vervoerd, en die zelfs actief waren voor Airbus Industries om vleugels voor de in Europa gebouwde passagiersvliegtuigen te transporteren. Bij de meeste Guppy’s waren dan wel de vier radiaalmotoren vervangen door betrouwbare turboprops. Een bijzonder toestel dus, met een aparte geschiedenis. Wie dezer dagen in een Boeing straalmachine stapt moet zich realiseren dat deze fabrikant in haar geschiedenis ook toestellen had zitten die niet meteen zo succesvol werden als de huidige serie 737 of 787! Maar daarom help ik de lezer graag even met ophalen van de historische kennis…. (Beelden: archief Yellowbird)

Vliegend Fort…

Vliegend Fort…

Terwijl we afgelopen maand mei nog uitgebreid stil stonden bij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding die daarop volgde, moeten we ook even nadenken over hoe die oorlog deels werd gekanteld door de inzet van enorme aantallen zware bommenwerpers.

Het idee achter die bommenwerpers stamde overigens van de Duitsers die al in WO1 bewezen dat je met enorme zeppelins vol geladen met wel 500kilo aan bommen (..) vanuit Duitsland Londen kon bereiken en daar dan dood en verderf zaaien. Later deed men dit met voor die tijd grote bommenwerpers nog een keer dunnetjes over. De Britten deden pas aan het einde van dat conflict iets terug en hadden ook hun eigen strategische bommenwerpers, die overigens net als die Duitse toestellen mateloos kwetsbaar bleken als ze werden onderschept. In de VS leerde men vanuit dat conflict veel en experimenteerde al snel met grote vliegtuigen die werden voorzien van de nodige defensieve bewapening om zichzelf te kunnen verdedigen tegen aanvallers.

Dat leidde tot een aantal potente ontwerpen waarvan de Boeing B17 er slechts een was. In eerste instantie nog een vrij elegant toestel, gemaakt van metaal, vier motoren en een vermogen om 2.500kilo lading mee te zeulen over middellange afstanden. Maar door de jaren heen, de oorlog in Europa was uitgebroken, veel lessen geleerd, kwamen er nieuwe versies beschikbaar die veel grotere ladingen over langere afstanden konden meenemen en op vrijwel elk denkbare plek geschut hadden zitten waarmee de vijand kon worden afgeweerd. Daarbij had de USAAF een doctrine ontwikkeld waardoor vliegtuigen van dit type in formaties vlogen die elkaar afdekten waardoor alle geschut bij elkaar opgeteld een aardige verdedigingslinie zouden vormen.

Toen Amerika deel ging nemen aan WO2, na de aanval van Japan op Pearl Harbour, kwam al snel de levering op gang van hele series zware bommenwerpers voor deelname aan de luchtaanvallen op Duitsland vanuit Engeland. De Britten deden hun aanvallen slim in de nacht, de Amerikanen vlogen uit principe overdag. En kozen bewust voor strategische doelen als industriecentra. Dat had desastreuze gevolgen voor de bommenwerperformaties zelf. De efficiente Duitse verdediging maakte gehakt van de Amerikaanse doctrine. Soms verloren deze op een dag 25% van hun vliegtuigen en bemanningen. Een reflex was om de B17’s (men gebruikte ook soortgelijke B24’s van Convair)steeds zwaarder te bewapenen, wat de machines ook langzamer maakte. Tot in 1944 bleven de verliezen hoog.

Zeker toen de Duitsers ook over een vorm van radar beschikten en de formaties snel oppikten als zij de Noordzee overstaken. Het besef bij de Amerikanen was op dit punt weinig realistisch. Overdag bombarderen was veelal gevaarlijker dan die nachtvluchten van de Britten. En die bombardeerden ook nog eens vaak lukraak de Duitse steden om zo de burgerbevolking in Duitsland te raken. De Amerikanen bleven intussen zoeken naar militaire of strategische doelen. En juist die werden zwaar verdedigd. Toen de Amerikanen jachtvliegtuigen ontwikkelden als de P47 en P51 die in staat waren met de grote jongens mee te vliegen tot Berlijn en terug, daalden de verliescijfers significant. Daarbij bleek dat die B17 een sterk toestel was. Sommigen vlogen na te zijn getroffen met halve vleugels, staarten, soms met grote gaten in de romp, en deels gesneuvelde bemanningen al dan niet op 2 of 3 motoren terug naar de Britse bases waarvan men ooit was gestart. Wat dat betreft was die machine een geweldenaar. Het concept van het vliegende fort bleek echter niet goed te werken. Ook al schoten die formaties zelf heel wat Duitse aanvallers af. Tanden hadden ze zeker, maar zonder bescherming waren ze net zo kwetsbaar als de Duitse bommenwerper-eskaders bleken te zijn in de eerste maanden van de Battle of Britain. De B17 werd echter in concept doorontwikkeld in andere (na-oorlogse) ontwerpen. Zoals de enorme B29, de nog veel grotere B36 en de n u nog gebruikte B52. Ook die vliegtuigen gingen of gaan uit van dezelfde doctrine. En opvallend genoeg deden de Russen met hun Tupolev’s precies hetzelfde. Een icoon dus die B17. En vandaar even aandacht voor de kist, zijn dappere crew’s, en de falende strategie die deze kisten deed opereren zoals zij deden. (Beelden: Yellowbird archief- all rights reserved)