Het GM-merk Pontiac (spreek uit Pony Ek) werd door de moedermaatschappij in 1926 ‘uitgevonden’ en ging auto’s aanbieden op basis van bekende GM-technieken maar met een aankleding die net even boven die van zustermerk Chevrolet werd gepositioneerd. Als logo benutte men op de auto’s en in de reclame-uitingen een indianenkop en diverse modellen werden met een verwijzing naar die historische bevolkingsgroep aangeduid. Zo kende Pontiac o.a. de modellen Chieftain, Super Chief of Star Chief. Dit idée verliet men echter in de loop van de jaren zeventig van de vorige eeuw waarna het merk een wat meer sportief imago kreeg. Na de tweede wereldoorlog, in de jaren van de heropbouw, kwam Pontiac net als veel van de andere Amerikaanse merken met modellen die eigenlijk technisch baseerden op vooroorlogse ontwikkelingen.
Maar door de carrosserie van de wagens elk jaar weer te vernieuwen kregen potentiële Pontiac-kopers toch het idee dat ze een splinternieuw model kochten. In 1946 kwam Pontiac met de Streamliner. Een beul van een auto qua formaat, maar uitgerust met weinig krachtige zes- of achtcilinder lijnmotoren van resp. 90 of 103pk. Dit maakte de Pontiac’s niet bepaald snelle jongens. Bij 120km/u was de koek wel op. Maar je had wel een zee van ruimte om je heen en de wagens waren ook ruim bemeten met chromen details. De Streamliner was te koop als sedan, als stationcar en als coupe. Daarnaast werd een beperkte serie convertibles gebouwd. Uiterlijk oogde de Pontiac ondanks de anders suggererende naam best een beetje ouderwets met zijn enorme voorschermen en deuren. Daarnaast was de auto voorzien van een handgeschakelde drieversnellingsbak. Maar vergeleken met de gemiddelde Europese auto was het een enorm luxe automobiel.
Voor het modeljaar 1948 kwam de ook van andere GM-merken bekende Hydra-Matic Drive automaat ter beschikking, maar daar moest dan wel het equivalent van 185 dollar meerprijs voor worden betaald. In 1950 was het over met de ouderwetse vormgeving en werden de Pontiac’s flink opgewaarderd en strakker. Maar dat was dan ook meteen het einde van het tijdperk Streamliner. Net als de Chevrolet Special De Luxes die technisch vergelijkbaar waren. Amerika stapte af van de ‘tussenmodellen’ en ging op weg naar strakke lijnen en vleugels. Maar niet nadat er van de Streamliner ruim 382.000 exemplaren waren gebouwd. Een klein deel daarvan was uitgerust als zeer fraaie Convertible.
Het is jammer dat juist Pontiac gediscontinueerd werd, enige jaren geleden. In die lijn werden inderdaad zoals jij zegt de wat sportievere modellen uitgebracht en daar zaten af en toe best aardige modellen tussen. Mijn oom in Des Moines had een Pontiac Le Mans, eind jaren zestig.
Pontiac (ook wel Bondiac) was de naam van een opperhoofd dat eens een grote aanval geleid heeft op Fort Detroit in de 18e eeuw.
LikeLike
Het beleid van GM was soms echt ondoorgrondelijk. Men goochelde met merken alsof Hans Klok aan de knoppen zat in Detroit…doodzonde…
LikeLike
Ik blijf een vrouw natuurlijk en die hebben ,volgens statistici, de zeggenschap over de kleur van een auto, doe mij die onderste maar, maar dan s.v.p. in wijnrood met zwart;-)
LikeLike
Ik heb in mijn beroepsmatige leven binnen de autobranche alleen in het begin de fout gemaakt te denken dat vrouwen slechts op kleur en interieur letten. Dat bleek in de praktijk vaak flink anders. Mannen hadden weinig te vertellen soms al deden die zich vaak voor als de ‘experts’. Ook qua onderhandelen over prijzen waren vrouwen meestal gewiekster dan mannen. Ondanks dat snel ik goed wat je aangeeft hoor…:)
LikeLike
Het zal zeker voorkomen, maar lang niet altijd hoor, ik weet er alles van;-)
LikeLike