
Als ik denk aan sportverslaggevers zijn er wel een paar die ik graag hoorde. Zeker als een wedstrijd of sport spannend was van karakter dan wel gemaakt moest worden voor een wat groter publiek. Een van die lieden die zijn vak op dat punt meer dan goed verstond was Frans Henrichs. Een naam die wellicht anno 2024 weinig bellen meer doet rinkelen maar bij mij altijd zal worden verbonden met zaken als ijshockey of motorsport. Frans Henrichs wist zelfs van een saaie wedstrijd nog iets fraais te maken. De man was geboren in 1922 in het toenmalige Nederlands-Indie en kwam in 1949 na zijn ‘thuisreis’ terecht bij de Telegraaf als sportjournalist. Meteen daarop ook bij de radio en dat kon het medium wel gebruiken. Later werd hij chef-sport bij het Utrechts Nieuwsblad.

Toen de Televisie in ons land net was uitgevonden ging hij ook werken bij de NTS. Zeker op onderwerpen als zijn geliefde motorsport en ijshockey een man die alles wist van die werelden en er over kon vertellen als niemand anders. Ik heb hem meegemaakt als stadion-speaker in het Olympisch van Amsterdam tijdens speedway-wedstrijden. Een deel van zulke feesten kwam door zijn commentaren. Voor iedere individuele wedstrijd een persoonlijk verhaal en dat maakte de coureurs tot helden. Maar ook tot echt levende en aansprekende mensen. Zeker als die speedwayrijders met allerlei botbreuken opgenomen waren na een zware val en ze binnen een paar weken alweer op de motor zaten was dat voor Henrichs reden om zo’n figuur de hemel in te prijzen. Aan aanstellerij had hij een hekel. Vandaar zijn keuze voor echte mannensporten, watjes indertijd niet welkom.

Frans Henrichs bemoeide zich later ook met het in ons land in de kinderschoenen staande bobslee-avontuur. Maar ook rugby trok hem zeer en zijn verhalen daarover waren even enthousiast als die van de speedwayrijders. In 1987 werd een bokaal naar hem genoemd die wordt uitgereikt aan de meest enthousiaste of waardevolle ijshockeyspelers. En die lui waren daar maar wat trots mee. Zijn laatste jaren sleet Henrichs bij Eurosport. Helaas overleed hij al in 1999, een hartaanval velde hem. Als eerbetoon kreeg hij in Nieuwegein een straat naar zich genoemd. Meer dan terecht. Net als mijn blogverhaal over hem. Want dit was een leukerd. En mede dankzij hem was ik zo’n speedwayfan… (beelden: Internet)

