Ik denk dat heel wat lezers bij het zien van dit merk geen benul hebben dat het ooit heeft bestaan. Toch was het een van de dochtermerken binnen de Chryslergroep, waartoe ook Dodge en Plymouth behoorden. Het merk had geen eigen geschiedenis. In 1928 werd het door Chrysler opgericht om een paar gaten te vullen die Chrysler zelf dacht niet op te kunnen vullen. Desoto’s waren per definitie goedkoper dan wagens van het moedermerk. Maar ze boden min of meer dezelfde techniek en uitrusting. Dus zag je na WO2 toen het merk nog een zekere bloeitijd kende wagens als de Suburban die in feite een Chrysler was maar dan met extra zitruimte achterin wat hem zeer geschikt maakte voor taxivervoer van/naar vliegvelden of hotels. In die rol zag je ze dan ook vaak rijden.
Voor het meer normale kopersvolk was er de vergelijkbare Custom die een normale inrichting te bieden had. Uiterlijk kon je deze wagens slechts via de grille onderscheiden van een Chrysler. En zo ging het met DeSoto verder tot 1952, toen Chrysler toestond dat ook een Desoto geleverd kon worden met een V8-motor wat de verkopen direct deed stijgen. En om dat feit te vieren kregen Desoto’s voortaan type-aanduidingen waarin het woord Fire werd opgenomen. Firedome, Fireflite etc. Vanaf 1955 kreeg je ook de optie dat men de auto in twee kleuren kon spuiten, een jaar later verschenen ook bij dit goedkopere Chryslermerk kleine vleugels op de achterschermen.
Het einde kwam al in zicht voor het merk toen men de Firesweep uitbracht, een extravagante auto die in feite niet veel meer was dan een Dodge met een wat aangepaste buitenkant. Ook gebouwd op de productielijnen van Dodge trouwens. Diens opvolger was zo mogelijk nog uitbundiger van vormgeving, kreeg vleugels als van een vliegtuig en motoren die bij de 300pk aan vermogen leverden. Maar onderhuids was het gewoon allemaal Chrysler en ook de prijsverschillen waren minimaal. Fireflite heette de auto en voor liefhebbers van klassieke Amerikanen was het prachtig voorbeeld van een tijdperk waarin het maar niet op kon in de VS.
Maar voor Desoto was het einde in zicht. Chrysler onderkende dat de toegevoegde waarde van het submerk te klein was om er een aparte divisie voor op de been te houden en sloot in 1961 de productielijnen. 32 jaar had het bestaan. Nu is het nog een voorbeeld van hoe in autoland ‘badge-selling’ voordelen biedt, maar zeker ook nadelen heeft. En een merk zonder echte geschiedenis toch altijd een wat gemaakt imago zal houden. Overigens zijn oude Desoto’s nog best in trek bij klassieker-liefhebbers die er grif geld voor betalen. Moet je wel even rekening houden met de dorst van die wagens natuurlijk. Want daar lette men indertijd wat minder op. (Foto’s: Internet)
De naam zegt me inderdaad niet zoveel maar dat soort slagschepen zag je inderdaad heel vroeger wel in het straatbeeld. Zeker niét praktisch meer in deze tijd!
LikeLike
Het is ook echt een merk dat al lang uit het collectieve geheugen is verdwenen. Vandaar ook even aandacht, want ze reden ook in Nederland rond. Overigens spreek je van slagschepen, wat qua uiterlijk zeker zo was, maar de moderne en veel voorkomende SUV’s van bepaalde merken zijn breder, hoger, en soms zelfs langer dan die oude Yanken. En qua verbruik….het lijkt er op…:)
LikeLike
Dat ligt allemaal vér buiten mijn belevingswereld met mijn Suus;-)
LikeLike
Ik snap dat wel hoor…..:)
LikeLike
De naam zegt me niets. De foto’s laten ook geen lichtje branden.
Dit was duidelijk van voor de oliecrisis van begin jaren 70. Tot dan sprak niemand over verbruik.
LikeLike
Amerikanen tankten indertijd voor 10-12 cent de liter. In ons land was benzine (en diesel) ook heel lang aardig te betalen en waren deze verbruiken (1:4 of zo) niet belangrijk. Nu willen we soortgelijke auto’;s die 1:20 rijden en ook nog eens goed presteren. Dus komen er kleine motoren in met turbo om de boel draaiend te houden..Vroeger reden veel Amerikanen in Nederland trouwens op LPG. Dat was goed te doen, ruimte te over in de kofferbak, en kostte minder dan de helft van benzine. Alleen betaalde je extra wegenbelasting…
LikeLike