De W van werken…

In de periode waarin ik nog kind was en opgroeide naar jonge volwassenheid was werken iets wat voor de meesten van mijn generatie gewoon in het verschiet lag. Wanneer je dat ging doen werd niet bepaald door het aanbod vanuit werkgevers, nee het zat meer in de wijze waarop jij je studie had geregeld. Nou ja ‘jij’. In de meeste gevallen werd dat gedaan door de school waar je op zat. Aan de hand van criteria als inzet, vlijt, slimheid, maar ook afkomst en mogelijke ervaringen met eerdere kinderen uit hetzelfde gezin. Wie door wilde leren had de toestemming nodig van het schoolhoofd en dat kreeg je maar bij hoge uitzondering. De rest ging als het een beetje mee zat richting ulo of lts. Gelukkig bleef dat laatste me bespaard. Het gebrek aan kluskracht bleek al snel uit mijn cijfers voor handenarbeid. Echt een voldoende haalde ik zelden. Maar ik had voor taal, rekenen, geschiedenis en dat soort dingen altijd bovengemiddelde cijfers. Dat gaf wel een beeld. Nu was er indertijd ook nog zoiets als avondonderwijs.

Een vorm van extra zware belasting voor hen die al vroeg aan het werk gingen. Het inkomen van kinderen speelde indertijd een grote rol in de gezinnen die na de oorlog werkten aan heropbouw en een beetje comfort. Mijn geluk werd bepaald door een meneer van een bankinstelling die actief jongelieden ging werven om toch vooral naar de bancaire wereld over te stappen. Mits je bereid was jarenlang in die avonduren te gaan studeren. Ik was er zo een. Samen met nog wat mensen met wie ik klas of school deelde. En zo kon het gebeuren dat mijn eerste werkkring vooral werd bevolkt door mensen van katholieken huize die elkaar ook nog eens kenden van school. Het bleek een goede greep. Ik kreeg meer gevoel voor discipline dan ik al had gehad voordien, ontdekte hoe leuk werken is, zag ineens voor me welk carrierepad ik zou kiezen en wat ik daarvoor zou moeten doen.

Het werk werd relatief slecht betaald, maar je had wel een echt inkomen. Waarvan ik een deel gebruikte om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen, maar ook om alvast wat sparen voor ‘later’. Zo was dat in die jaren. Daarnaast bleek na een jaar of twee dat we niet meer op zaterdagochtend hoefden te werken. Er bleef wat vrije tijd over en die werd weer besteed aan een bijbaan links en rechts. O.a. in de brommerhandel van een bevriende relatie van mijn ‘pa’ waardoor ik weer wat extra geld kreeg dat natuurlijk werd besteed aan zaken die me mobiel hielden of bij de tijd. Het kon allemaal en je deed daarnaast dus ook nog de studie in de avonduren, het huiswerk dat niet mis was en je had zelfs ook nog tijd voor andere zaken. Toch was die bank niet zo mijn ding. Het avontuur miste ik, het was allemaal te veel geregeld, te ambtenaar achtig.

En net toen ik besloot om te vertrekken richting mijn toenmalige passie, Schiphol, kwamen bij de bank grote ‘Hollerit-machines’ in gebruik. Voorlopers van de latere computers. Het zorgde voor veel opwinding, maar ook voor afbouw van banen. Van de afdeling waar ik ooit begon (groot 65 mensen) bleek na enige tijd weinig meer over. De mechanisatie van de arbeidsplekken was volop in ontwikkeling. Maar toen werkte ik al weer in een andere job, bij een totaal ander bedrijf en leerde ik iets over vele zaken die ik gewoon leuk vond. Nederlandse taal, in al haar facetten. Of hoe je een vliegtuig moest afhandelen als het grondpersoneel dat niet voor mekaar kreeg. Kwam het toch nog goed met die bromnozem die zijn blikken altijd op de toekomst richtte. Doe ik nog steeds, maar niet meer voor het werk. Dat is nu wel voorbij. Mogen anderen intussen doen.

10 thoughts on “De W van werken…

  1. Een betrekking voor het leven bestaat niet meer net zo min dat de bazen zich aantrekken van je opleiding. Alles en iedereen moet kant en klaar zijn voor het takenpakket. Als je na vijf jaar niet beslist op te stappen om nieuwe “uitdagingen” te verkennen mag je rekenen op een flinke burn-out.

    Like

  2. Ja en behalve scholing speelde ook wel vaak een rol waar je door de familie mee in aanraking kwam.
    Zo was mijn vader tuinman bij de gemeentelijke plantsoenendienst en hoewel mijn oudste broer de ambachtschool had gedaan koos hij er tóch voor om bij de plantsoenendienst te gaan werken, inderdaad haalde hij daar alle benodigde papieren in de avonduren. ook de jongste broer kwam daar terecht. Zelf werd ik na de HH school winkeljuffrouw in de winkel van mijn zwager. Pas toen de kinderen de deur uit waren ben ik in het volwassen onderwijs wat meer aan “educatie”gaan doen
    Het grappige was dat ik in het gewone leven ondertussen zoveel opgepikt had dat ik bijv. bij biologie en economie de overal strikvragen vermoedde omdat ik de antwoorden zo belachelijk makkelijk vond dat het nooit goed kon zijn. Wat meer weer bewijst dat opleiding alleen niet zaligmakend is.

    Like

  3. De beste leerschool is zeker in de praktijk te vinden, maar daar moet je wel de kansen voor zien en daanra pakken. Ik deed in flink wat richtingen de nodige kennis en ervaring op en benut dat nu nog ten volle. En dat zelfs een beetje trots makend…

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.